dinsdag 5 mei 2009

De betekenis van de Dame in de Oudheid en de Middeleeuwen

Het had niet veel gescheeld of we hadden geen koningin gehad. In het begin van het schaakspel zoals wij het kennen (zo’n 1500 jaar geleden), stond er naast de koning een "adviseur". Dit stuk kon bitter weinig: alleen naar een diagonaal aangrenzend veld. Bij het Chinees schaken (Xiangqi) heeft men nog steeds een raadsheer (adviseur of mandarijn).
Toen het spel van India via Perzië naar Europa kwam, kreeg deze "adviseur" meer kracht. Volgens de schaakencyclopedie van Golombek mocht dit stuk eerst tot drie velden springen en weer later tot de randen van het bord, diagonaal, horizontaal en verticaal, zoals heden ten dage.
De adviseur werd "koningin" zoals beschreven door de Spanjaard Lucena aan het einde van de 15e eeuw. Er zijn verschillende theorieën over deze transformatie, maar de meest natuurlijke is dat aan het middeleeuwse hof de koningin naast de koning zat.
Omdat de koningin van het zwakste stuk gepromoveerd was tot het sterkste stuk, was het gebruikelijk om ook "schaak" te zeggen als men de koningin aanviel. Je had een "schaak den koning" en een "schaak den koningin". Al dat gepraat behoort gelukkig tot het verleden.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten