maandag 2 maart 2009

Recensie schaakboek Matten deel 5


In de zomer van 1989 veroverde Judit Polgar de harten van de Nederlandse schaakwereld. De toen 13-jarige Hongaarse schaakster maakte met haar sterke optreden tijdens het Ohra-toernooi zoveel indruk dat het publiek in groten getale naar haar kwam kijken. De drukte zorgde er zelfs voor dat de organisatoren de Kroongroep verbanden naar een bijzaaltje. Daardoor was in de grote zaal meer ruimte om het jonge schaaktalent van dichtbij te bekijken.
Het is te lezen in het nieuwste nummer van Matten. Dirk Jan ten Geuzendam kijkt met de inmiddels 32-jarige Polgar terug op haar Nederlandse debuut. Nog steeds koestert ze fijne herinneringen. Mede omdat ze destijds niet alleen sterk, maar ook zeer aanvallend kon schaken. "Zo onbevangen kun je tegenwoordig, nu iedereen met de computer werkt en alles checkt, niet meer spelen."
Het tijdschrift met schaakverhalen krijgt een steeds herkenbaarder vorm. Er is een boekbespreking met Guus Luijters. Een in de archieven opgeduikeld notatieformulier fungeert als basis voor mooi verhaal. Hetzelfde wordt gedaan met een foto. De foto toont de op een massagetafel liggende, schakende Tony Miles tijdens het Interpolis-toernooi van 1985. De Engelse grootmeester had vanwege rugpijn toestemming gekregen zijn partijen liggend op zijn buik te spelen. Verschillende tegenstanders maakten tevergeefs bezwaar. Miles won het schaaktoernooi en bezocht vervolgens in eigen land een medisch specialist. "Deze onderzocht hem en stelde de diagnose: het slechtste wat u in uw situatie kunt doen, is op uw buik gaan liggen."
Verder in Matten: portretten van Viktor Kortsjnoi op leeftijd en van toernooiorganisator Berry Withuis en een in memoriam van David Bronstein. De ideeën zijn goed, de uitvoering is minder. Telkens zit de schrijver het verhaal in de weg. Ze putten uit eigen herinneringen in plaats van het onderwerp de hoofdrol te gunnen.
Het beste verhaal is van John Kuipers over de relatie tussen Jan Timman en zijn oudere broer Ton. De laatste leerde zijn jongere broer schaken, maar werd al snel overvleugeld. Kuipers voert nergens zichzelf op. Die dienstbaarheid levert mooie uitspraken op. "Ja, hij was er echt goed in... en ik had het hem geleerd." Ton Timman spreekt de zin uit met spijt en tevredenheid in één adem.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten