Posts tonen met het label Rusland. Alle posts tonen
Posts tonen met het label Rusland. Alle posts tonen

vrijdag 8 mei 2009

Schaakwonder Anish Giri


Hij is ’s werelds jongste schaakgrootmeester. Garry Kasparov is zijn held. In zijn leeftijdscategorie (tot 16 jaar) is Anish Giri, de nummer 6 van de wereld, de nummer 3 van Europa en de nummer 1 van Nederland.

Hij woont in Rijswijk, maar speelt competitie op het hoogste niveau, de Meesterklasse, bij HMC Calder uit Den Bosch. Veertien jaar is Anish, eind volgende maand wordt hij vijftien. Zoon van een Russische moeder en een Nepalese vader. Hij heeft de uitstraling van een kind dat jonger is dan 14 jaar, maar achter zijn donkere ogen schuilt een meesterbrein.
Een paar maanden geleden behaalde de tiener bij het respectabele Corus-toernooi in Wijk aan Zee zijn laatst benodigde grootmeesterresultaat en mag zich nu dus lid van de hoogste categorie schakers noemen. Er zijn er slechts twaalf in de schaakhistorie die nog vroeger de grootmeestertitel behaalden.

Van Anish is bekend dat hij sneller speelt dan het licht, daarbij alle handen en voeten gebruikend die hem ter beschikking staan. Af en toe rolt er wel eens een stuk op de grond, waar de jonge schaker dan achteraan springt, om die vervolgens weer in één beweging terug op het bord te toveren.

Wat verlegen glimlachend vertelt hij dat hij weliswaar goed kan leren, maar geen uitblinker is. Wiskunde, natuurkunde, dat kan hij goed, maar talen. Hoewel, voor iemand die nauwelijks iets meer dan een jaar hier woont, spreekt hij voortreffelijk Nederlands. En dan nog vloeiend Russisch en Engels en ook nog wat Nepalees, Urdu en Japans.
Anish werd geboren in Sint Petersburg en woonde ook enkele jaren af en toe periodes in Japan omdat zijn vader daar werkte. Nu die in Nederland werkt, woont Anish met zijn ouders en twee jongere zusjes in Rijswijk en gaat hij in Delft naar het Grotius College.
Het bevalt hem, zegt hij. “Mensen hier zijn gewend aan buitenlanders”. Moeder Olga verduidelijkt: “Voor hem is het veel beter hier te wonen dan in Rusland. In Sint-Petersburg is zijn Nepalese uiterlijk gevaarlijk. Daar zijn veel racisten. Hier is het fijn. Anish is er nooit mee geconfronteerd. Maar je hoorde wel verhalen.”
Zijn moeder was ook degene die hem schaken leerde. Zoals dat gebruikelijk is in het schaakmaffe Rusland, zette zij haar zoon een schaakbord voor toen hij een jaar of zeven was. Het duurde twee maanden, toen was ze geen partij meer voor hem. Anish ging naar een speciale schaakschool. Hij schopte het tot Russisch kampioen in de categorie tot 12 jaar. In een schaaknatie als Rusland is dat een kolossale prestatie.
Van wie heeft hij die genen? Hij weet het niet. “Mijn beide opa’s deden wel aan schaken, maar ze waren niet zo heel goed. Ik heb zelf een beetje aangeleerd. Door boeken te lezen en op de computer te schaken.”

Sudoku
Maar er is nog wel wat meer. “Ik kan goed logisch nadenken”, vertelt hij na enig nadenken.
“Logische spelletjes kan ik heel goed. Ken je Sudoku? Met die cijfers in vierkantjes? Dat kan ik bijvoorbeeld ook erg goed. Een goed geheugen? Nou, ik ken wel heel veel schaakstellingen uit mijn hoofd. Maar een boodschappenlijstje onthoud ik niet zomaar.
De computer gebruikt hij nog steeds. Een schaakbord bezat hij tot voor heel kort niet eens. De trainer van de club zei laatst dat hij een keer bij mij kwam om wat te trainen. Toen ben ik gauw naar de winkel gegaan. Het enige schaakbord dat ze hadden was dit. Haast beschaamd pakt hij een klein schaakbordje met eenvoudige stukken van een kastje dat in een verloren hoekje staat.
Anish wil best prof worden. Maar dan zou ik eerst nog veel beter moeten worden. Hoe? Veel schaakboeken lezen, veel partijen spelen. Zijn moeder glimlacht: “Maar eerst zijn er andere prioriteiten. Ik wil eerst dat hij een goed mens wordt, gezond is, een goede familie krijgt, een goede.” Ze zoekt het woord. “Vrouw”, vult Anish gedienstig aan.
Wat hij wil worden, weet hij nog niet. “Iets met wiskunde of natuurkunde. Maar geschiedenis vind ik ook erg leuk.” En als schaker, wereldkampioen?
Anish grijnst verlegen. “Ik hoop het”.
Hij leert vooral van zijn computer. Zijn Elo-rating, waaraan de wereldranglijst wordt afgemeten en die per drie maanden door de FIDE wordt uitgebracht, laat de laatste vijf jaren een gemiddelde stijging van 100 punten per jaar zien. Dat is indrukwekkend veel. Hij staat per eind juli 2009 op 2520 en de top honderd die begint bij Elo 2600 komt in het vizier. Het Open NK te Dieren 2009 eindigde hij als 3de.



donderdag 18 december 2008

Garry Kasparov richt nieuwe oppositiebeweging op


In een hotel vlakbij de Russische hoofdstad hebben ongeveer 150 mensen, waaronder oud-schaakkampioen Garry Kasparov, de oppositiebeweging Solidariteit opgericht.

De anti-Kremlin beweging is vernoemd naar de Poolse vakbond Solidariteit.

De liberalen, die in de Russische politiek nauwelijks een rol spelen, hopen om met gebundelde krachten een einde te maken aan het huidige beleid. Ruslands verdeelde oppositiepartijen zijn geen van alle vertegenwoordigd in de Doema.

Veel Russen hebben in de jaren negentig het vertrouwen in een liberale democratie verloren en associëren hem met chaos, armoede en corruptie.

,,Een van de taken van de Solidariteit-beweging is om die [liberale] basisprincipes te rehabliteren", aldus Kasparov bij het oprichtingscongres. Volgens hem hebben de huidige Russische leiders de ,,liberale retoriek aangeleerd" en ,,een complete dictatuur gecreëerd onder het mantra van liberale principes".

Naast Kasparov behoren tot de oprichters de oud-vicepremier Boris Nemtsov, mensenrechtenactivist Lev Ponomarev en Ilja Jasjin, hoofd van de jongerenafdeling van de politieke partij Jabloko.

Buiten het hotel demonstreerden leden van een pro-Kremlin jeugdbeweging, verkleed als apen, tegen de oprichting.

maandag 1 december 2008

Kasparov

Het is altijd riskant om mensen die je op afstand bewondert in levenden lijve te treffen. Garry Kasparov, de legendarische oud-wereldkampioen schaken, was te gast bij het Idfa. Kasparov is hoofdpersoon in een documentaire over zijn strijd tegen het bewind van Vladimir Poetin. Hij komt naar voren als een moedig mens, die zich met gevaar voor eigen leven inzet voor de democratisering van Rusland.
Ik keek er naar uit Kasparov te ontmoeten, maar dat verliep iets anders dan gedacht.
De maakster van de documentaire, Masha Novikova, had me al gewaarschuwd dat Garry in een slecht humeur was ('Een moeilijk mens,'verzuchtte Masha). Ze had gelijk, want Kasparov bleek niet van zins om iemand van de Idfa-organisatie te begroeten.
Dat Kasparov vervolgens niet kwam opdraven bij een Idfapersconferentie - waardoor een zaal vol journalisten tevergeefs een uur wachtte - hielp ook niet. Maar goed, misschien voelde Kasparov zich wel niet lekker. Kan gebeuren. 's Avonds was hij te gast in de Idfa-talkshow, waar hij in puntige oneliners tekeer ging tegen de 'Poetindictatuur'.
Ik was ook uitgenodigd, en nog voor ik mijn mond had opengedaan, opende Kasparov de aanval en zei dat onze kranten en tijdschriften in Rusland volkomen irrelevant zijn. Ik sputterde wat tegen en wees erop dat onze Moscow Times wel als enige in Rusland zijn stukken publiceerde, en trouwens, we hebben toevallig wel tien miljoen lezers per maand - maar dat deed niet ter zake. Ik was een uitgever annex zakenman, en daarom fout. Kasparov de enige echt oppositieleider, en daarom goed. De Russische regisseuse probeerde de boel nog te sussen, maar de emoties liepen hoog op. Na afloop stond ik er een beetje beduusd bij, tot een Russische dame op me afkwam. "Trek het je niet aan, " zei ze, "typisch Kasparov, die moet altijd een vijand hebben. Overal waar Garry komt, is gedonder, daarom is hij ook zo'n slecht politicus."

Feit is dat Kasparov buiten Rusland veel gerespecteerder is dan in Rusland zelf, waar hij in de marges van de hopeloos versplinterde politieke oppositie is beland. Hij is erin geslaagd werkelijk met iedereen ruzie te maken en vertoont grappig genoeg met zijn chagrijn en rancune overeenkomsten met de man die hij zo haat, Poetin.

Wat Rusland nodig heeft, bedacht ik, is niet de woede van Kasparov, maar de Russische versie van Barack Obama.

DERK SAUER

Artikel uit het Parool van zaterdag 29 november 2008